- zeer
- zeer1{{/term}}〈het〉1 [pijn] mal 〈m.〉2 [pijnlijke plaats] blessure 〈v.〉♦voorbeelden:1 iemand zeer doen • faire mal à qn.zich zeer doen • se faire maldat doet zeer • ça fait mal2 oud zeer • ancienne blessure encore douloureuse————————zeer2{{/term}}I 〈bijvoeglijk naamwoord〉1 [pijnlijk] douloureux 〈v.: douloureuse〉♦voorbeelden:1 een zeer been • une jambe douloureusezere ogen • yeux irritésII 〈bijwoord〉1 [in hoge mate] très♦voorbeelden:1 hij was er zeer mee ingenomen • il en était ravieen zeer lange weg • une très longue routezij hebben zeer genoten • ils se sont beaucoup amuséshet is zeer de vraag of … • il n'est pas du tout certain que … 〈+ aanvoegende wijs〉al te zeer • beaucoup tropik ben te zeer moeder, dan dat ik … • je suis bien trop mère pour …
Deens-Russisch woordenboek. 2015.